Vraag eerste zinnen koran

[EricZoekende]

slagen.
2.6. Zeker, zij die (de Waarheid) verwerpen, het is hun om het even, of gij hen waarschuwt, of dat gij hen niet waarschuwt - zij zullen niet geloven.
2.7. Allah heeft hun hart en oren verzegeld en over hun ogen is een sluier, hun wacht een zware straf.
2."8. En er zijn mensen, die zeggen: ""Wij geloven in Allah en in de laatste Dag, hoewel zij geen gelovigen zijn."""
2.9. Zij trachten Allah en de gelovigen te bedriegen, zij misleiden echter niemand dan zichzelf en zij beseffen het niet.
2.10. Er is een ziekte in hun hart en Allah heeft die ziekte verergerd, er wacht hun een pijnlijke straf, omdat zij plachten te liegen.

Waarom heeft Allah hun hart en oren verzegeld, waarom verergerd Allah de ziekte in het hart... Wat is de kans dan nog om tot inkeer te komen en goed te maken in Allah zijn zin?

[Ayasha]

slagen.
2.6. Zeker, zij die (de Waarheid) verwerpen, het is hun om het even, of gij hen waarschuwt, of dat gij hen niet waarschuwt - zij zullen niet geloven.
2.7. Allah heeft hun hart en oren verzegeld en over hun ogen is een sluier, hun wacht een zware straf.
2."8. En er zijn mensen, die zeggen: ""Wij geloven in Allah en in de laatste Dag, hoewel zij geen gelovigen zijn."""
2.9. Zij trachten Allah en de gelovigen te bedriegen, zij misleiden echter niemand dan zichzelf en zij beseffen het niet.
2.10. Er is een ziekte in hun hart en Allah heeft die ziekte verergerd, er wacht hun een pijnlijke straf, omdat zij plachten te liegen.

Waarom heeft Allah hun hart en oren verzegeld, waarom verergerd Allah de ziekte in het hart... Wat is de kans dan nog om tot inkeer te komen en goed te maken in Allah zijn zin?

Ericzoekende, je hebt zelf het antwoord op je eigen vraag al gegeven in aya 2.6 en 2.10

Ook verderop in soera al-Baqara kun je lezen waarom Allah hun hart en oren heeft verzegeld:

2.11. Wanneer hun wordt gezegd: "Richt geen onheil op aarde aan" dan zeggen zij: "Wij zijn slechts vredestichters".

2.12. Pas op! Voorzeker zij zijn het die onheil stichten, doch zij beseffen het niet.

2.13. En wanneer hun wordt gezegd: "Gelooft, zoals andere mensen geloven", zeggen zij: "Zullen wij geloven, zoals de dwazen hebben geloofd?" Ziet toe! Zij zijn het die dwaas zijn, doch zij weten het niet.

2.14. En wanneer zij de gelovigen ontmoeten, zeggen zij: "Wij geloven", doch wanneer zij naar hun leiders gaan, zeggen zij: "Wij zijn waarlijk met u, wij spotten slechts (met hen)."

2.15. Allah zal hun spotternij bestraffen en Hij zal hen blindelings in hun overtreding verder laten afdwalen.

2.16. Zij zijn het die dwaling hebben aanvaard in ruil voor de rechte weg, maar hun handelwijze heeft hun geen gewin gebracht, noch konden zij worden geleid.

2.17. Hun toestand is als de toestand van iemand die een vuur ontstak en toen het zijn omgeving verlichtte, nam Allah hun licht weg en liet hen in diepe duisternis, zodat zij niet meer zien.

2.18. Doof, stom en blind, derhalve keren zij niet terug;

Allah is Alwetend en weet dus wie Hem wil aanvaarden of niet. Zij krijgen de kans maar benutten deze niet en het gevolg is dat zij steeds verder afdwalen omdat zij, zoals je in 2.18 kunt lezen, doof, stom en blind zijn en daarom niet terugkeren door middel van het tonen van berouw.

2.21. O jij mensen, aanbidt uw Heer, die u en degenen, die vóór u waren, schiep - opdat jij behouden zult worden.

Het is niet zo moeilijk om te begrijpen waarom Allah hun harten en ogen verzegeld heeft. Het zijn die schepselen die zich moedwillig van Allah afkeren en er geen behoefte aan hebben berouw te tonen en terugkeren tot hun Heer en dat niet alleen, onder hen zijn er zelfs die hun Heer ontkennen.

[Abdul Malik]

Bijna alle Tafaseer halen de volgende Hadith naar voren om het te verklaren.

De Profeet Mohammad heeft gezegd: "Wanneer een gelovige een zonde begaat dan veroorzaakt dat een zwarte plek in zijn hart. Als hij berouw heeft, en geeft deze zonde op, en de vergeving van Allah zoekt, zal zijn hart worden verschoond. Maar als hij meer zonden erbij voegt, zullen de zwarte plekken vermeerderen totdat het hart geheel bedekt is. (Sunan Ibn Majah, Jami`at-Tirmidhi)

Dit is de رَانَ /rana (dwz.roest op het hart) waar Allah het over heeft in het vers:

كـَلَّاۖ بَلۡۜ رَانَ عَلَىٰ قُلُوبِهِم مَّا كَانُواْ يَكۡسِبُونَ

Nee! Wat zij plachten te doen heeft zelfs hun harten verroest.(Koran 83:14)

En Allah zegt ook op een andere plaats in de Koran dat hun harten طَبَعَ /taba'a(verzegeld) zijn:

وَقَوۡلِهِمۡ قُلُوبُنَا غُلۡفُۢۚ بَلۡ طَبَعَ ٱللَّهُ عَلَيۡهَا بِكُفۡرِهِمۡ فَلَا يُؤۡمِنُونَ إِلَّا قَلِيلٗا

En wegens hun uitspraak: “Onze harten zijn bedekt.” – Nee, Allah heeft deze vanwege hun ongeloof verzegeld, derhalve geloven zij niet het minste. (Koran 4:155)

En omdat alles zijn natuurlijke weg en aanleg volgt hoe Allah het heeft gecreëerd en heeft bepaald in de aanleg van de mens, dan is het ook vanzelfsprekend dat Allah die de Schepper van alles is, de oorzaak is die deze wetten en natuurlijke aanleg laat plaatsvinden.

Dus daarom heeft de Profeet Mohammad ons hierover geïnformeerd dat als een persoon door zijn eigen toedoen heel zijn hart zwart heeft bedekt met zonden en ongeloof. Het ook Allah is die het hart verzegeld, zodat er dan geen mogelijkheid is om geloof er in te krijgen, en om het ongeloof er uit te krijgen.(Ibn Jarir, Ibn Kathir)